Vanaf eind april 2022 tellen vrijwilligers wekelijks de bestuivers (dagvlinders en hommels). Dat gaat volgens een protocol steeds langs dezelfde telroute, bij droog weer met niet al te veel wind.
Frank Rooijakkers nam voor de Biesterhof deel aan een bijeenkomst van een Europees netwerk over bestuivers en landbouw. Daar maakte hij kennis met inspirerende voorbeelden in andere landen.
dagboek van een bioloog
‘Hey Frank, wil jij namens de Biesterhof naar een EU workshop in Ljubljana?’ vraagt Howard mij opeens vanuit het niets. De meest normale vraag in de wereld. ‘Ja het gaat over bestuivers op het platteland of zo en je krijgt dan twee overnachtingen in een luxueus Sloveens hotel inclusief ontbijt en een gezamenlijk diner. Klinkt wel als een leuk avontuur, toch?’
EU netwerk
Om de zoveel maanden worden er workshops georganiseerd door de Europese Unie om informatie uit te wisselen over allerlei soorten onderwerpen. De organisatoren van deze EU Network Workshop getiteld ‘Promoting pollinator-friendly farming’ hadden ongeveer 90 experts van over heel Europa uitgenodigd om begin juni dit jaar kennis uit te wisselen over bestuivende insecten op het platteland. Howard kreeg hier een mail over en vroeg of ik namens de Biesterhof wilde gaan om meer te leren over het onderwerp. Hoe kon ik hier nou nee tegen zeggen?
Ongeveer 75% van de wilde planten en gewassen die wij consumeren worden bestoven door bestuivende insecten. Van appel tot tomaat, van wilde roos tot zonnebloem: ze hebben allemaal insecten nodig om fruit te maken en zaad te zetten. Ze zijn dus cruciaal voor het voortbestaan van ons en de natuur. Al die insecten zijn echter ook met 75% afgenomen in de laatste 25 jaar. De intensieve landbouw met haar pesticides en monoculturen wordt genoemd als een van de grootste boosdoeners van deze teloorgang.
De workshop richtte zich daarom op het uitwisselen van ideeën over hoe we de insectenaantallen en -soorten weer kunnen laten toenemen op het platteland. Er waren verschillende brainstormsessies en presentaties over succesvolle projecten, maar er was ook ruimte voor een aantal grote excursies. Kon ik maar mijn vlindernetje meenemen in het vliegtuig…
naar Ljubljana
Dus zo geschiedde. Voor ik het doorhad zat ik na een veel te korte overstap in Belgrado opeens in een gammel Servisch vliegtuig. Nog nahijgend van mijn sprintje op het vliegveld keek ik toe hoe de grote rotoren begonnen rond te draaien… Vol ongeloof keek ik vanuit het raam van deze vliegende rammelbak naar het monotone, strakgetrokken landschap van Servië. Ik had toen echter nog geen flauw benul dat mij een luxe hotelkamer opwachtte in Ljubljana. Ik voelde me de koning te rijk.
Na een stadstour door Ljubljana begon de volgende dag met een kennismakingsronde, verschillende presentaties en een begeleide discussie over succesvolle projecten en verbeterpunten. Na een uitgebreide lunch konden mensen onderwerpen aandragen voor drie rondes met mini-sessies. Het idee was dat je door de verschillende zalen kon struinen en je kon aansluiten bij een van de vele mini-sessies. Dit was een korte brainstormsessie over een probleem waar mensen tegen aan liepen in projecten om bestuivers te beschermen.
rode klaver
Zelf organiseerde ik een mini-sessie over stikstoffixerende planten zoals rode klaver. Zij kunnen gedeeltelijk de rol van (kunst)mest overnemen omdat ze stikstof uit de lucht kunnen halen en daarnaast zijn ze een belangrijke stuifmeelbron voor vlinders en bijen. Ik wilde hier graag over sparren omdat ik dit jaar observeerde dat hommels en bijen veel minder interesse leken te hebben in ingezaaide klavers dan in de wilde klaverplanten in de bermen naast de akkers.
Er waren meer belangstellenden dan ik had verwacht en ik heb veel inspiratie kunnen opdoen uit de aanpak in andere landen. Zeker de maatregelen voor klaverbeheer uit Estland waren noemenswaardig. De samenwerkingen van natuurorganisaties, academische instellingen en boeren waren daar zoveel verder gevorderd dan in Nederland! Hier moeten sommige wetenschappers er nog steeds niet aan denken om samen te werken met de ‘alles vernietigende boer’, zoals het soms beschreven wordt… Maar in Estland lieten ze mooi zien hoe belangrijk het monitoren van agrobiodiversiteit was. Zodra een bepaalde subsidie voor plattelandsnatuur wegviel zagen ze meteen een afname van insecten en konden ze ingrijpen. In dit geval was dit een subsidie voor randen ingezaaid met wilde rode klaver.
boeren en natuurbeheerders samen
Op de laatste dag van mijn verblijf in Ljubljana bezochten we kruidenrijke hooilanden en een moerasgebied met unieke flora en fauna. Hier konden we hands-on zien wat de Sloveense overheid deed om dit soort belangrijke, traditioneel beheerde landschappen te behouden. Ik werd natuurlijk meteen wild van de velden vol bloemen en vlinders! In Nederland zijn we deze systemen helaas verloren, maar het liet wel zien wat herstel en behoud mogelijk konden maken. Hier werken de boeren en natuurbeheerders nauw samen.
De polarisatie tussen boeren en natuurbeschermers blijft groot, maar er waait een nieuwe wind door Nederland en ik ben enorm enthousiast over alle nieuwe ontwikkelingen in de natuurinclusieve landbouw. Workshops zoals deze laten me zien hoe het wél kan en mijn hoop is dat er in de toekomst meer mensen zullen zijn die zich zullen inzetten voor meer en beter voedsel en een gezondere boerennatuur. Ik ben in ieder geval vastberaden om door te gaan en mijn kennis te gebruiken voor een mooier Nederland. Ik ga vooral komend jaar weer verder met experimenteren op De Biesterhof. Niet bij de pakken neerzitten, maar de handen uit de mouwen steken en doen!
Mijn terugreis verliep voorspoedig – dit keer geen oude Sovjetvliegtuigen meer – en voor ik het wist stond ik weer met beide benen op de Nederlandse klei. Ik denk met een fijn gevoel terug aan de herinneringen die ik heb gemaakt. Van de leerzame workshopsessies tot aan mijn nachtelijke escapades rondom het Ljubljanakasteel met een aantal van de jongere deelnemers. Soms als ik mijn ogen sluit zie ik nog steeds de honderden vuurvliegjes die in het woud rondom het kasteel dansten voor een volle maan.
Frank Rooijakkers, november 2024
Workshop Hommelherkenning
mannetje soort van goedkope versie van vrouwtje
Op 20 april jl volgen zo’n vijftien vrijwilligers betrokken bij de monitoring van biodiversiteit op de Biesterhof een workshop over hommels, onder meer over het herkennen van de verschillende soorten. De presentatie van Dominic Dijkshoorn van EIS (Kenniscentrum Insecten) begint met de vraag: “hoe gaat het met de hommels?” Zijn antwoord: “we denken dat het niet goed gaat, maar we weten het niet exact”. Om die reden is het Meetnet Hommels opgezet, of preciezer een meetnet om te onderzoeken hoe trends over aantal en soorten hommels zich ontwikkelen. We weten nu dat tweederde van de 29 soorten hommels bedreigd is, en een kwart de afgelopen decennia al is verdwenen. Het gaat zelfs slechter met hommels dan met andere insecten.
veel bedreigingen
Bedreigingen komen er uit de veranderingen in landgebruik en in de landbouw, als gevolg van de voedselschaarste vóór en tijdens WO II: intensivering en schaalvergroting in de landbouw, ruilverkaveling en daarmee versnippering van geschikte habitats voor insecten en vogels, verlaging van het waterpeil, gebruik van kunstmest en pesticiden, verdwijnen van groenbemesters, onze maaiwoede en netheidswaanzin, zoals Dominic het aanduidt, ziektes, klimaatverandering en tenslotte vanwege concurrentie onder insecten om voedsel, mede vanwege teveel honingbijen.
Meetnet Hommels
Op de Biesterhof wordt in het seizoen wekelijks geteld op hommels, vlinders en vogels enz. Het is zonde deze gegevens niet ook te gebruiken voor het overzicht van Meetnet Hommels. Dominic: “Wij geven onze gegevens door aan Waarnemingen.nl. Meetnet Hommels gebruikt dezelfde werkwijze als de Vlinderstichting, met enige aanpassing aan onze routes. Door bijvoorbeeld de indeling van vaste routes in secties van vijftig meter kunnen we onze info delen met EIS.” Op hun website vind je handleidingen over het tellen en herkennen van hommels. Het Meetnet gaf een handzaam basisgidsje uit, dat meteen van pas komt in een quiz die Dominic heeft voorbereid. Ook in het veld weten we dat meteen al goed te gebruiken.
herkenning
Er zijn door het jaar heen enkele pieken in de zichtbaarheid van hommels; eerst de koninginnen, daarna de werksters en de mannetjes, en soms opnieuw de koninginnen, alles afhankelijk van het weer. Dominics opmerking dat bij de hommels het mannetje een soort van goedkope versie van het vrouwtje is, zorgt voor hilariteit. EIS gebruikt de volgende werkwijze: een indeling op bruinruggen, wit-, geel- en roodkonten, en daarna verdere specificaties op bijvoorbeeld witte en gele strepen en zwarte of doorzichtige vleugeltjes. Voorafgaand aan deze indeling gaat het over de lookalikes: zweefvliegen en bijen die veel lijken op hommels, maar die je kunt ontmaskeren door goed te kijken naar de vleugels (2 of 4) of de achterpoten (voor het stuifmeel). Hommels schijnen niet te kunnen horen en reageren dus niet op geluid, maar ze reageren wel op trillingen. Klaver blijkt erg aantrekkelijk voor hommels en andere insecten, omdat de bloemetjes het hoogste eiwitgehalte hebben.
Na enkele oefeningen in het veld staat in één van de twee nieuwe tunnelkassen – de vorige had de recente storm niet overleefd – een heerlijke lunch met soep en broodjes klaar. Erna oefenen we nog een keer op hommelherkenning in het veld, waarbij onze ervaren workshopdeelnemers een steenhommel, akkerhommel en grote koekoekshommel weten te spotten. Helaas werkt het weer niet mee en bekorten we deze praktijkoefening. Maar zowel de mannetjes als de vrouwtjes hommelcursisten gaan enthousiast over de net verworven kennis naar huis.
Vera Bastiaans, vrijwilliger Land van Ons
Geïnteresseerden kunnen de presentatie van Dominic Dijkshoorn gemaild krijgen via Kees Remy keesremy@gmail.com
workshop hommels
Zaterdag 24 juni 2023 heeft Frank Rooijakkers een workshop gegeven over de herkenning van hommels. Frank studeert voor de master Biologie in Wageningen.
De weersomstandigheden waren perfect helder weer 25 graden en niet te veel wind. We waren met een klein clubje. Frank heeft vol enthousiasme en boeiend veel verteld over hommels, hun gedrag en leven. Met het vangnet behendig zwierend door de lucht zijn enkele hommels gevangen en door Frank vakkundig uit het net gehaald om de hommels van dichtbij aan ons te tonen.
De soorten die we gezien hebben waren onder andere de steenhommel, de aardhommel en de tweekleurige koekoekshommel.
De workshop heeft ons meer inzicht gegeven over het herkennen van de hommels en hun gedrag maar ook over het gebruik van het vangnet om de hommels te determineren.
Bijzonder is dat de volgende dag door Frank bij een rondgang de Langhoornbij is gesignaleerd. Deze soort zou je hier niet verwachten omdat deze soort hooguit in Zuid Limburg wordt waargenomen. Mogelijk is dit het gevolg van klimaatverandering
elk nadeel….
Frank Martin Rooijakkers is een hommelliefhebber, en daarom is hij best blij met de muizen die in 2023 de Biesterboeren plagen. Als je wilt weten hoe dat precies zit, lees dan zijn verhaal op de site van Land van Ons.
het eerste jaar
In het eerste jaar zijn in Nederland algemeen voorkomende soorten vlinders en hommels waargenomen. Voor de vlinders zijn dat dagpauwoog, atalanta, witjes en distelvlinder, en incidenteel kleine vos, zandoogjes en de gehakkelde aurelia.
Van de hommels zijn ook algemeen voorkomende soorten waargenomen zoals de steenhommel, akkerhommel, aardhommel en tuinhommel.