Hier in onze polder met vruchtbare doch zware rivierklei wordt het als verstandig beschouwd om de grond ‘zwart’ de winter in te laten gaan. Het geploegde land verweert door regen, wind en vrieskou en verkrijgt hierdoor een goede structuur die zich in het voorjaar makkelijk leent voor bewerking. De boeren om ons heen doen dit al vele generaties, en zij zijn niet gek. Sterker nog, het slagen van hun oogst hangt af van dit soort geërfde wijsheden en praktijken.
Toch weten we ook dat dit niet de manier is waarop de natuur zelf zorgt voor een gezonde bodem. De natuur houdt de bodem liever bedekt met levende planten, die via suikers uit fotosynthese het bodemleven voeden in ruil voor voedingsstoffen. Een bedekte bodem verliest in de winter minder tot geen nutriënten naar het grondwater en spoelt ook minder weg via de oppervlakte door wind- en watererosie.
Twee benaderingen
In de regeneratieve landbouw ligt daarom de nadruk op het bedekt houden van de bodem. Hier is men ervan overtuigd dat het keren van de bovenste bodemlaag (15-30 centimeter) zoveel mogelijk moet worden vermeden. Hoewel het ploegen voordelen voor de landbouw heeft, brengt het ook schade toe aan het bodemleven: micro-organismen die onderin de grond leven, komen aan de oppervlakte, terwijl organismen bovenin naar beneden worden gebracht. Vooral schimmels, die een belangrijke rol spelen bij de uitwisseling van voedingsstoffen voor suikers, worden hierdoor beschadigd, omdat hun netwerken kapot worden gemaakt.
Kort samengevat zijn er dus twee systemen: een systeem dat ploegt en de bodem zwart houdt, en een systeem dat niet ploegt en de bodem altijd bedekt probeert te houden. Het eerste systeem maakt gebruik van kunstmatige inputs, zoals kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, om de planten te voeden en beschermen. Het tweede systeem bouwt op een gezonde, weerbare bodem, die zorgt voor weerbare planten. Het eerste systeem draait om controle, terwijl het tweede systeem streeft naar een natuurlijk evenwicht.
Onze uitdaging
Het zal je niet verbazen dat wij op de Biesterhof het tweede systeem proberen te realiseren. En het zal je ook niet verrassen dat dit niet zonder problemen gaat. Systeemtransities kosten tijd en kunnen lastig zijn. De afgelopen twee jaar zijn onze oogsten niet in de buurt gekomen van die van onze buren in het eerste systeem. Bovendien slagen we er op de natte rivierklei lang niet altijd in om het tweede systeem volledig te volgen. Vorig jaar konden we in de natte oktobermaand niet de akkers op om wintergewassen te zaaien, en dit jaar hebben we vanwege bodemverdichting toch enkele percelen ondiep geploegd.
Soms twijfelen we: kan wat wij willen überhaupt wel? Maar dan zijn er ook kleine succesjes. Onze akkerbouwpartner Wouter, een zevende generatie akkerbouwer hier in de polder, merkte bij het zaaien van de luzerne op dat de structuur van onze percelen begint te verbeteren. Gevraagd wat hij ziet, antwoordde hij simpelweg: „Nou ja, hij valt gewoon beter.” Dit najaar zijn we er voor het eerst in geslaagd om de wintertarwe en winterveldbonen te zaaien, ondanks het natte jaar.
Kleine successen, maar genoeg om ons te sterken richting 2025. Wij gaan niet keren, wij gaan door!
Foto: de Biesterhof